Kleine historische uitleg |
|
Meer informatie over de Camino de Santiago
Camino de Santiago, de route met de langste traditie
De Camino de Santiago is een sociaal, cultureel en religieus verschijnsel dat in de Middeleeuwen is ontstaan. In de loop der eeuwen hebben tempeliers, koningen, edellieden, heksen, princessen, tovenaars, armen, ridders en gelovigen van het hele christendom honderden kilometers afgelegd om neer te knielen bij het graf van de apostel Jakobus de Meerdere, zoon van de donder.
De middeleeuwse koningen van Navarra zorgden voor de bouw van pelgrimsverblijven, kloosters, kerken en kapellen waarop buitenlandse meesters en kunstenaars hun stempel hebben gedrukt. Meer dan honderd steden en meer dan duizend monumenten langs de pelgrimsroute bekrachtigen de culturele en artistieke verrijking die de Jakobsweg inhield.
Monumento al peregrino. Monte del Perdón
Hoewel routes zoals de Zilverweg of de weg van het noorden de laatste jaren in opkomst zijn, is de Franse pelgrimsroute, in 1993 door de UNESCO opgenomen in de werelderfgoedlijst, de weg met de grootste historische traditie, de internationaal bekendste en meest gebruikte route. De naam is te danken aan het feit dat hier de vier hoofdwegen vanuit Frankrijk samenkomen: de Vía Podense vanuit Le Puy, de Vía Lemovicense vanuit Limoges, de Vía Touronense vanuit Tours en de Vía Tolosana vanuit Toulouse. De drie eerste routes komen Spanje binnen via Orreaga/Roncesvalles en de vierde via Somport (Aragón).
De Franse pelgrimsroute heeft een totale lengte van ongeveer 720/790 kilometer (afhankelijk van de variant) in Spanje bestaand uit 25 tot 31 wandeletappes. De route loopt door de provincies Aragón, Navarra, La Rioja, Burgos, Palencia, León, Lugo en La Coruña.
naar het begin van de pagina
De kluizenaar Pelayo en keizer Karel de Grote: initiatiefnemers van de pelgrimsroute
De middeleeuwse weg: gouden eeuw van de pelgrimsroute
Zestiende eeuw: neergang van de pelgrimstochten
Negentiende-twintigste eeuw: de herleving van de Camino de Santiago
De Camino de Santiago un
De kluizenaar Pelayo en keizer Karel de Grote: initiatiefnemers van de pelgrimsroute
In 813 trok een mysterieuze sterrenregen op de berg Libredón (thans Compostela) de aandacht van de kluizenaar Paio/Pelayo. Toen hij naar de plek ging ontdekte hij het verborgen graf van Jakobus de Meerdere. Dit feit veranderde Compostela in een referentiepunt voor het christendom, vergelijkbaar met Rome en Jeruzalem.
Colegiata de Roncesvalles
Talrijke overwinningen op de moslims maakten van de Frankische keizer Karel de Grote een symbool van het politieke verbond van Europa tegen de vijanden van het christendom. Wellicht daarom werd hem door een legendarisch verhaal de rol van initiatiefnemer van de pelgrimstochten naar Santiago de Compostela toegeschreven. Ondanks het feit dat hij reeds was overleden toen het graf van de apostel werd ontdekt, loopt de heldenfiguur van Karel de Grote in onvergetelijke heldendichten langs verschillende etappes van de pelgrimsweg.
In dat jaar 813 bracht de bisschop Teodomirus van Iria Flavia, koning Alfonso de Tweede op de hoogte van de ontdekking van een graf met de stoffelijke resten van de apostel Jacobus. Hij was in het jaar 42 onthoofd in Palestina, maar zijn volgelingen roofden zijn lichaam en verscheepten het met een houten schuit naar Iria. Daarna kwam het in etappes naar Santiago, waar ze er speciaal een kathedraal voor oprichtten. De bouw daarvan begon evenwel pas in 1075. Vroeger had men niet zo'n haast als tegenwoordig. Er bestonden ook geen boeteclausules voor te late oplevering. Maar de kwaliteit was dan ook stukken beter dan nu. Waarschijnlijk overleeft de kathedraal moderne gebouwen zoals bijvoorbeeld het Madrileense Almudena, ondanks het vochtige klimaat in Santiago. Door dit speciale klimaat moet de gevel regelmatig gereinigd worden om korstmossen, paddestoelen en allerlei andere soorten plantjes te verwijderen die zich graag nestelen op de voedzame stenen van de kathedraal.
Meester Mateo begon in 1168 met de bouw van de 'Pórtico de la Gloria' (Portaal van de zaligheid), misschien wel hét voorbeeld van Romaanse bouwkunst. Het karwei werd afgemaakt door zijn leerlingen in 1211. Het portaal is goed beschermd tegen het barre, vochtige klimaat, omdat het in feite een tweede gevel vormt in de hoofdingang van de kathedraal. Hier bevinden zich de 'santo dos croques' en de beroemde pilaar met de handafdruk, gevormd door de miljoenen pelgrims. Uitbreidingen van later datum voegden de barokke gevel toe aan de kant van het Obradoiro plein.
naar het begin van de pagina
De middeleeuwse weg: gouden eeuw van de pelgrimsroute
De Navarrese koningen leverden een beslissende bijdrage aan de consolidatie van de Camino de Santiago zoals die er vandaag de dag uitziet. Uit politieke en militair-strategische overwegingen wijzigde koning Sancho Garcés III (bijgenaamd de Grote omdat zijn koninkrijk in zijn tijd het meest uitgestrekte rijk was) samen met zijn voorgangers de route die de Romeinse weg van La Burunda volgde, alsook andere routes van Biskaje en het noorden van Burgos richting de vlakte van la Rioja.
Capitel del Palacio de los Reyes. Estella
Hijzelf en zijn opvolgers hebben de weg bevorderd door de eerste veiligheidsmaatregelen voor de pelgrims te treffen, stabiele dorpen te stichten met diensten voor de wandelaars en de bouw in gang te zetten van hospitia en kloosters langs de hele Jakobsroute die destijds het hele Koninkrijk van Pamplona doorkruiste (het kreeg pas de naam Koninkrijk van Navarra met Sancho VI de Wijze vanaf de twaalfde eeuw). Ook speelden zij een belangrijke rol bij de bloeiperiode van de Romaanse kunst en bij de opkomst van de Cluniacenzer invloed aan weerszijden van de Route.
In 1135 werd een middeleeuwse pelgrimsgids gepubliceerd, de Codex Calixtinus of Boek van de heilige Jakobus, van Aymeric Picaud, waarin de Jakobsroute zeer nauwkeurig wordt beschreven. De codex bevat liturgische teksten over de heilige Jakobus, de wonderen en de verplaatsing van zijn lichaam; het verhaal van Karel de Grote en Roeland; en de pelgrimsgids zelf.
naar het begin van de pagina
Zestiende eeuw: neergang van de pelgrimstochten
Vanaf de zestiende eeuw werden de wegen onveilig. Door struikrovers, godsdienstoorlogen, de pest die Europa teisterde en de opkomst van het protestantisme raakte de Jakobsroute in verval. In sommige jaren waren er hoegenaamd geen pelgrims.
naar het begin van de pagina
Negentiende-twintigste eeuw: de herleving van de Camino de Santiago
De Camino leefde weer op in de twintigste eeuw, vanaf de jaren zeventig. Daarbij zijn de interesse van de overheid, de pausbezoeken aan Santiago, het ontstaan van genootschappen van vrienden van de Camino de Santiago (de eerste in Parijs, 1962) en congregaties en het feit dat de route in 1987 als Eerste Europese Culturele Route en in 1993 tot Werelderfgoed is uitgeroepen belangrijk geweest.
naar het begin van de pagina
De Camino de Santiago un
Peregrinos. Entrada albergue
In de eenentwintigste eeuw werd de Camino de Santiago uitgeroepen tot Grote Europese Culturele Route en ontving de pelgrimsroute de prijs Prins van Asturië (Principe de Asturias de la Concordia). Deze erkenningen dragen er aan bij dat het aantal pelgrims jaarlijks toeneemt. Tegenwoordig doorkruisen meer dan 150.000 personen elk jaar Spanje te voet, met de fiets of te paard om naar Santiago de Compostela te gaan. En dit cijfer is nog hoger tijdens de Jakobusjaren, wanneer 25 juli, de naamdag van Jakobus, op een zondag valt.
Sommige ondernemen de tocht vanuit een diepgeworteld religieus en penitent gevoel, anderen zien het als een interessante ervaring en weer anderen doen het uit culturele of sportieve overwegingen... Ondanks de verschillen onder de pelgrims, bestaat er meestal toch een gemeenschappelijke motivatie: de wens om de dagelijkse sleur te doorbreken en tijd en ruimte voor bezinning te creëren.
naar het begin van de pagina