Het vijfde verslag, de 2de duikdag en de reis naar de Waitomo Caves
Donderdag, 27-11-2008, duiken in Paihia
Daar waren we de vorige keer gebleven na het duiken op de Poor Knights de 3 uur durende tocht naar Paihia. Hier hebben we weer onze tent niet opgezet. Waar slepen we dat ding eigenijk voor mee ;-) We moesten namelijk de volgende dag al om 8:00 uur in de duikshop zijn, en dan eerst de tent nog moeten afbreken wordt wat teveel van het goede. Daarnaast zouden we na de duiktocht meteen weer vertrekken. Over 2 dagen moesten we alweer bij de Waitomo Caves zijn, een tocht van zeker 7 uur. Deze wilden we dus in tweeen hakken.
Nadat we dus geslapen hadden in onze cabin, en alweer gewekt door de wekker was het reppen naar de duikshop. Hier zouden we duiken op de Rainbow Warrior. Zouden want het zicht zou daar veel te slecht zijn door de regenval van de afgelopen paar dagen. In plaats daarvan was het doel de Canterburry. Dit is een oorlogsbodm van de British Navy en pas 2 jaar daarvoor afgezonken. Toch zouden we niet teleurgesteld worden wrd ons gezegd. En dat bleek te kloppen!
De tocht duurde een 40 minuten, maar wel met veel kleinere boot. Maar daar en tegen was de groep ook veel kleiner. Wij zouden met z'n vieren zijn inclusief de gids (cq schipper), en verder waren er nog 6 mee, waarvan 1 aan boord bleef om te assisteren met in/uit het water te gaan. Dor de Bay of Islands zijn we gevaren met een uitleg over de Maori betekenis van die eilanden en hoe het Catain Cook is vergaan. Ik ben het nu alweer vergeten -nu is 1 december. Ht wrak staat perfect rechtop wat het herkennen van de onderdelen vergemakkelijkt. We duiken tot het dek wat op 18 meter diepte is. Onderweg naar beneden zijn we grote vissen tgen gekomen maar de naam moet ik jullie schuldig blijven. Het wrak begint al aardig te begroeien o.a. met Jewel Anomies. Deze zijn er in vele kleuren hoewel onder water ze allemal blauw lijken. Maar met een lamp erop komen de kleuren tot leven, rose, paars blauw etc. Ik heb er een paar mooie foto's van. Verder zijn we nog naar de boeg gezwommen en vanaf een 'loopplank' een duik genomen. Vreemd zo onder water. Op de terugweg zijn we door een luik het schip ingegaan, 2x een bocht om en we waren weer buiten. Ingrid wist nog niet zeker of ze dat ook zou doen en je zag haar aarzelen toen de eerste 2 voor haar neus het wrak ingingen. Ze ging toch mee heel knap! Daarna weer naar boven, de tijd zat er wweer op.
Hierna een klein stukje weer met de boot opgeschoven waar we een grot in zouden gaan. Maar nu eerst en boterham en onze tijd uitzitten tot we weer naar beneden mochten. Onderwag naar de grot heeft de gids een zeeegel doorgesneden om de vissen te voeren. Ook Ingrid kreeg een helft van zo'n egel in gaar handen. Een leuk gezicht. In de grot zitten vele klein vissen. Doordat wij binnen komen verdwijnn die allemaal achterin. Als wij daar weer zijn gaan ze via de bovenkaant weer naar voren. Dit geeft tegen de ingang van de grot een mooi plaatje!
Ook aan deze duik kwam weer een eind )-: Nadat we aan wal hadden geholpen met het uitspoelen van de pakken, het invullen van de logboeken, moesten we weer de auto in. We hebben uiteindelijk 3 uur gereden en zijn ongeveer 100 km boven Auckland een 8 km naar de kust gereden voor een campingplaats. En je raad het nooit, in Sandspit hebben we voor de eerste keer deze vakantie onze tent opgezet. Dat beviel goed, toch minder benauwd dan in een huisje. De volgende dag weer op, maar nu konden we uitslapen. UIteindelijk waren we om 10:00 uur weer onderweg.
Rond het middaguur reden we over de snelwegen rond Auckland. Hier wel 2 tot 3 baans per rijrichting. Verder is het 2 baans maar voor de maximum snelheid maakt het niet uit: 100 km. Ingrid maakte de opmerking of we nu toch niet even langs het reisbureau FirstLight zouden gaan om te zien of de fietsen daar nu eindeljk zijn aangekomen, "we komen er toch langs" was de opmerking. Ik nam meteen de eerste afslag en dat bleek ook meteen de juiste te zijn! Had ik niet verwacht, maar het scheelde weer veel zoeken en vragen. En wat bleek... de fietsen waren juist die morgen bezorgd!! Hoera, dat is een zorg minder. De dozen zagen er niet beschadigd uit, dat beloofde veel goeds voor de staat waarin de fietsen waren overgekomen. De dozn waren wel geopend door de douane, zoals de tape op de dozen al aangaf. Alleen bij het terugplaatsen van de fiets van Ingrid hadden ze de doos op zijn kop staan want de vervoerder ziet 'TOP' op de doos en zet hem dus rechtop maar dan staat de fiets wel op zijn kop! Gelukkig was er niets zichtbaar beschadigd. We konden dus met een gerust hart door naar de Waitomo Caves.
Onderweg had ik toch nog een bekeuring te pakken! Naar de top van een heuvel moet ik gaspedaal flink intrappen, en je begrijpt het al aan de andere kant van de heuvel had ik het gaspedaal niet snel genoeg los en voor je het weet rij je dus ruim over de 100 km/hr. En ja hoor een politieauto. Ik reed dus 113 op zijn radar, kostte me 80 NZD. "Have a nice day" zei hij nog ;-)
Bij Waitomo Caves hebben we ook onze tent opgezet, nu voor 2 nachten. Morgen nog vroeg uit de slaapzak kruipen, maar de dag daarna zouden we weer kunnen uitslapen! Zaterdag 29-11 dus om 8:30 gemeld bij de receptie van de Caves. Ingrid kreeg aardig de zenuwen. Want wat gaan we doen: we gaan voor zo'n 4 uur onder de grond! Eerst gaan we 36 mtr abseilen door een nauwe schacht, dan kruipen en sluipen door nauwe en minder nauwe gangen, we drijven op een autoband in een ondergrondse rivier en als het licht uitgaat zien we de gloeiwormen.
Voor de ingewijden onder ons, als Ingrid de zenuwen krijgt dan - hoe zeg ik het netjes- heeft ze geen problemen met de stoelgang.
We kregen een wet suit aangemeten, een paar afgeknipte laarzen daaroverheen, een korte broek over het wetsuit tegen het beschadigen van het neopreen en als laatste een klimtuig en een helm. Hup met z'n zevenen het busje in samen met 2 begeleiders en naar de ingang van de Caves. Daar werd op een helling de principes van het abseilen uitgelegd. Dit was nog makkelijk want je liep 'gewoon' de helling af. Maar toen naar de ingang: daar was een platvorm boven een diepe schacht gebouwd 36 mtr naar beneden. Je hing nu letterlijk in je harnas. De schacht vernauwde zich redelijk, zodat je met je neus tegen de ene kant en met je kont tegen de andere kant zat. Nadat het weer ruimer werd kwam je in een grot uit. Daar wachten totdat iedereen was afgedaald. E weer verder lopen hoewel het was smal en de grond was nu niet bepaald een geplaveide weg. Na en 5 minuten kwamen we bij een tweede afdaling uit, echter hier werden we aan een katrol gehangen. Als je eenmaal hangt, laten ze het touw los en je gaat met een rotgang naar beneden. En als dat nog niet genoeg was, ze deden de lichten ook nog uit; kicken was dat. Daar kregen we iets te drinken en te eten, allemaal meegenomen in tassen! De grootste tas werd aan de katrol gehangen iemand was ons blijkbaar gevolgd want de katrol werd teruggehaald door duidelijk iemand anders dan van ons groepje.
Hierna het tweede deel van ons avontuur onder de grond. We kregen allemaal een autoband aangereikt. Deze moest je vasthouden onder je kont en 4 meter naar beneden springen in het water! Daar vandaan peddelen door het water heen naar de gloeiwormen. Lichten uit en het is alsof je naar de sterren kijkt, heel apart. Je kan niet zie of het dichtbij of veraf is.
De gloeiwormen zijn eigenlijk maden van een insect. Als made leven ze 6 maanden om daarna als insect verder te gaan. Dit overleven ze slechts 3 dagen, want ze hebben geen mond om te eten. Het is paren en doodgaan voor ze. De mannetjes vinden de vrouwtjes omdat die iets anders gloeien.
De maden eten wel en dat doen ze door klevende draden te spinnen die naar beneden hangen. Insecten die met de tocht door de grottten komen aangewaaid worden op die wijze gevangen. Geen insect gevangen? Ach dan neem je toch je buurman als lunch!
Weer terug gepeddeld naar onze afsprong en dar de band weer ingeleverd -voor de volgende groep. Nu moesten we verder door het water waden, een glijbaan af en uiteindelijk kwamen we bij een waterval. Hier moesten we achterlangs meteen omhoog klauteren op je knieen verder voordat je weer enigzins kon staan. We waren nu bijna de uitgang. Nog eenmaal omhoog wurmen door een nauwe ruimte en in de verte zag je het licht van de uitgang. Je kwam in een riviertje in de bush naar buiten.
Terug met het busje naar de incheckplaats en heerlijk onder de warme douche. Soep met een bachel toe. Einde van een waanzinnige ervaring.
Nu weer direct in de auto op weg naar Rotorua. Het is wel een gereis. Hebben we dan wel zo gepland, maar blijft toch wel een drukke tijd zo. Zal blij zijn als we op de fiets zitten, dan hebben we verder niets gepland, lekker de tijd aan je zelf. Maar goed, na zo'n 4 uur onderweg te zijn geweest, hebben we ons gemeld bij het hotel. Ja ja, ik moet toegeven, weer geen tent. Maar dit heeft een andere reden, waar ik later op terug kom. Een prachtige kamer met gratis internet en een heuze jacuzzi, ruim bemeten voor 2 mensen. Hebben we dan ook ruim gebruik van gemaakt, zowel het internet als de jacuzzi. Saskia had nu eindelijk internet aangesloten gekregen, dus we hebben heerlijk lang geskyped, 1 1/2 uur. We zijn nog de stad ingegaan moesten we doen van de dame van het hotel. Aan het meer heb je een kerk en ontmoetingshuis van de Maori's, schitterend met beelden e.d. versiert. Het mooie van die plek is eigenlijk dat je de geothermische activiteit daar al kan waarnemen. Poeltjes waar de stoom en zwavel je tegemoet komt drijven, zelfs uit de rioolputten zie je de stoom opstijgen! We zijn ook langs een park gelopen: "Stay on the footpaths, there it is safe" stond overal op de bordjes. Niets dan stomende poeltjes, bubbelend modder etc. en dat midden in de stad! Eind van de dag, weer terug in het hotel, zat ik op bed, deed mijn bril af om naar de badkamer te gaan, ging weer zitten op bed en ja hoor, vergeten dat mijn bil daar lag :-( Een vol glas bril kan dar erg slecht tegen, glas gebroken en nu dus een los pootje. Kan hem nog wel op maar toch maar de reservebril op gedaan. Het kost zeker 10 dagen voordat ze het glas binnen hebben, zeiden ze bij de opticien en die dagen hebben we niet in Rotorua. Balen, stom stommer stomst maar het is niet anders.
De volgende ochtend, zondag 30-11, werden we opgepikt bij het hotel. Dit voor een 'guided walk' door een aantal geothermische gebieden. De eerste was Waaai-O-Tapu. Hier liggen o.a. de Lady Knox en de Champagnepoel. Overal waren stomende putten, dampende vijvers en bubbelende moderpoelen. Alles gaf de indruk te koken maar dat blijkt schijn. Het ijn de ophopende gassen die een uitweg zoeken en die alles doet bubbelen. Het is allemaal wel warm, van 30 to 80 graden, maar niet kokend. Wel is alles met zwavel vergeven of zeer zuur, dus erg aangenaam in zo'n bad is het niet, verbranding zal het directe gevolg zijn! En dit alles direct naast de paden. De Champagnepoel is wel de mooiste zeker omdat de zon de kleuren schitterend deed uitkomen. De rand is oranje van de Antimoonoxide, terwijl het water turquoise blauw is. Verder is er de Devils Inkpot -een bubbelende modderpoel- en nog veel meer van geothermische activiteit. De zwavel komt op sommige plaatsen zo ruim omhoog stomen, dat het kristalliseerd op de rand, een prachtige gele fragiele rand vormend. Toe opweg naar de Lady Knox, daar moesten we om 10:15 zijn, altijd om die tijd gaat hij spuiten, zomer en winter, rekenend houdend met de zomer-wintertijd. Ongelooflijk.
Nu blijkt dat simpeler te zijn dan het lijkt. In het verleden was het een warm water poeltje. Toe mensen dit hadden ontdekt, wilden ze het gebruiken om hun was in te doen, scheelde e water opwarmen. Na hun kleren nat te hebben gemaakt, ingezeept en geschrobt werd het in de poel weer uitgespoeld. Wat er gebeurde was dat de kleren de lucht in werden gespoten en de mensen zijwaaards wegstoven. De oorzaak van dit fenomeen? De hete gassen en water onderin de poel werden afgesloten door een laag water, waarvan de oppervlaktespanning voldoende is om de druk van daaronder te weerstaan. Echter de zeep verlaagt de oppervlaktespanning enorm waardoor de 'deksel van de pan' afgehaald wordt.
Vandaag de dag komt iemand van het park dit verhaal vertellen en gooit een milieuvriendelijk goedje in de trechter met hetzelfde effect. De Lady Knox komt tot leven eerst voorzichtig bruisend, maar dan toch spuitend tot zo'n 20 meter vandaag.
Hierna zijn we naar Waimangu gereden, een ander park, met een heel andere uitstraling. Je kon hiervandaan goed de breuklijn zien die zich had gevormd na de grote uitbarsting in 1886 van de berg Tarawera. Het gaat te ver om het geheel te omschrijven, maar je loopt hier veel meer door de busch bush heen dan in het andere park, met links van je dampende vijvers etc. Omschrjving hiervan geven zou het geheel niet tot zijn recht doen komen dus laat ik het hierbij. De foto's zullen jullie later een beter beeld geven.
Dit was ons ochtendprogramma. Nadat we zijn teruggebracht naar ons hotel zijn we zelf 'smiddags naar het groene en blauwe meer gegaan. In het blauwe mag je zwemmen, in het groene niet. Het groene meer is heilig meer van de Maori's. Het was stervend druk bij het begin van het meer maar daar waar je een uitkijkpunt hebt over beide meren, was het duidelijk rustiger. Opzich niet verbazend, want om bij het meer te komen moest je nu 100 mtr naar beneden lopen maar dan lag je ook op een lekker strandje, weg van de drukte en de boten.
Nadat we weer terug in het hotel waren, nog even de jacussi in. Maar we moesten wel om 18:00 hr klaar staan. Ja, dan zou er een bus ons komen ophalen, want..... we gingen naar Tamaki Heritage Experience. Een verhaal over de Maori stam Tamaki en in het algemeen over de Maori's zelf. Ik ga je hier het verhaal niet vertellen, maar het begint als je al in de bus zit. Er moet een 'chief' gekozen worden. Ook in de andere bussen -we zijn niet de enige- worden 'chiefs' benoemd. Zij staan vooraan om de traditionele Wero te doorstaan. Krijgers met speren en andere wapens dagen je dan uit om te zien of je vriendelijke intenties hebt. Zo ja, dan wordt er een vredesteken neergelegd. Zodra dat wordt opgepakt door een van onze chiefs, worden in hun dorp toegelaten. Iemand die de Haka heeft zien uitvoeren door de NZ-rugbyers (hoe spel je dat eigenlijk?) weet hoe angstaanjachend de Wero kan zijn.
Het dorp was wel leuk. Bedenk een openluchtmuseum en je hebt een beeld van wat we daar aantroffen. Nadat we door het dorp waren gegaan, werden we uitgenodigd voor het spektakelstuk. Ee soort musical, met veel dans en zang. Erg indrukwekkend zoals ze tekeer kunnen gaan! Toen door naar het avondeten, het Hangi Feast. Het eten wordt in een oven onder de grond klaargemaakt. Gloeiende hete stenen, daarop de manden met eten, hierop natte lappen en afgedekt met aarde. Het duurt circa 4 uur voordat de boel gaar is. Ze zijn er dan al de hele dag me bezig. Het was erg lekker moet ik zeggen. Lamsvlees, kip, vis, groente, aardappelen, zoete aardappelen en een dessert. Om 22:00 waren we uiteindelijk weer terug in ons hotel. Een zeer aangename avond gehad, een echte aanrader.
Die ochtend, maandag alweer, ging de reis naar Whakatane (WH=F). Daar gaan we weer duiken, nu bij het White Island, een vulkaan. Het is maar een ritje van nog geen 2 uur en we hadden nog een voucher voor Hells Gate, Rotorua's meest actieve geothermisch park. In tegenstelling tot de andere parken zit hier de hitte maar 1.5-2 km onder de grond tegen 10+ km bij de andere parken. George Bernard Shaw heeft de naam aan het park gegeven. Ook hier ongelofelijke activieve pools en modderputten. Dan een kleine wandeling door de bush om bij een ander deel van het park te komen. Onderweg nog wel langs een waterval gekomen die de grootste is van het zuiderlijk halfrond. Hier wasten de krijgers hun wonden schoon en ondergingen een schoningsritueel voordat ze weer bij de stam terug mochten komen. We kwamen daar 2 Nederlanders tegen waarvan hij door een korst was gezakt en in enkele seconden zijn voet en enkel 2de graads had verbrand. Hij lie al enkele weken bij de doctoren langs!
Aan het eind hebben we nog een poging ondernomen in het houtsnijwerk. Er lagen plankjes met Maori figuren getekend, met een driehoeksbeiteltje is het de bedoeling deze uit te snijden. Dt valt dus echt niet mee. Wel leuk om te doen. Na een Long Black (koffie) en een Capuchino zijn we vertrokken naar Whakatane. Daar hebben we de tent opgezet. We hadden een stuk vlees gekocht, gewoon heerlijk, zo heb je dat in Nederland niet meer. De volgende ochtend hebben we ons al weer vroeg bij de duikshop gemeld: 7:30hr, en dat op je vakantie. Na de gebruikelijke formulieren en het passen van de pakken gingen we naar de boot. We waren met 4 duikers, dus lekker rustig aan boord. White Island ligt dus 50 km uit de kust en kost dus bijna 2 uur varen. De deining was redelijk mett wat zijwind. Toch zijn de golven zeker 1 meter hoog en dat voel je goed het schip klapt af en toe op de golven dat je rug er van zeer doet. Ook even naar het toilet is een onderneming, je moet je aan alles vasthouden, en eenmaal gezeten bleef het moeilijk om boven de pot te blijven, mijn zaakje kwam af en toe klem te zitten, niet bepaald plezierig. Ik had nu ook weer een pilletje tege zeeziekte ingenomen en het ging lekker.
De schipper -een vrouw- had moeite om een rustig plekje te vinden zodat we ons konden omkleden. Hierna na de duikstek gevaren, de golven waren redelijk sterk, en lastig om met je spullen aan in evenwicht te blijven. Dan maar achteruit laten vallen, kan je ook niet verkeerd terecht komen. Eenmaal onderwater valt de deining wel mee, zeker op 18 mtr. Ook hier weer veel vis en leuke naaktslakjes. Uit het water komen was wel weer een kunst met de golven. Ook de gids had moeite om bij de boot te blijven, dus dan valt het minder op als je zelf wat afdrijft ;-) Ton zijn we een klein stukje langs het eiland gevaren, wat nog steeds stoom uitblaast. Er groeit ook bijna niets op het eiland. Er broeden wel Jan van Gents, een prachtige vogel om te zien met zijn geel-bruine kop. Na de lunch met soep gingen we voor de 2de keer onder. Nu meer op een plateau met een kleine doorgang door een rots heen. Er waren hier erg veel steenvissen en niet van die kleintjes ook. Ook hier weer een naaktslak gezien en een kokerworm. Helaas had ik mijn camera in de zon laten liggen zodat de lens op dat moment nog beslagen was :-(
Nadat we uit het water waren, moesten we ons snel omkleden zodat we weer aan de terugweg konen beginnen er was wind op komst! Ik voelde me echter niet lekker toen ik uit het water kwam toch iets van zeeziekte. Nadat ik mj uiteindelijk had omgekleed, moest ik dan ook flink overgeven. de vissen zullen er wel blij mee zijn geweest maar ik dus echt niet. Ik heb de pizza dus maar lten staan die de schipper had klaargemaakt. Ingrid had weer nergens last van, zij dus een keertje blij. De terugweg was echt een als van een rollercoaster, de boot ging niet alleen als stevig op en neer maar ook flink zijwaarts. Ik was niet de enige die beroerd was, maar dat was slecht een schrale troost. We waren blij dat we wee in de haven kwamen, dan was de deining tenminste weg. Eenmaal aan land ging het nog beter, maar eenmaal weer bij de tent ben ik toch eerst maar gaan liggen en heb een uurtje in de slaapzak gelegen. Daarna ging het wel weer.
De volgende dag, woensdag 3 nov, zijn we noordwaarts langs de kust gegaan naar de Coromandel Peninsula. Bij Waihi Beach hebben we weer onze tent opgezet. We stonden vlak aan zee, we zijn echter gaan zwemmen in het zwembad -veel warmer dan de zee- en hebben nog lekker in de hottub gelegen. 'sAvonds hebben we an ht strand een fles wijn leeg gemaakt. Dat is vakantie vieren in optima forma.
'sOchtends was het wel moeilijk opstaan, maar na een stevig ontbijt zijn we naar de Cathedral Cove gereden. Een echt KIWI-ding hadden ze bij het reisbureau gezegd, maar ja, we zijn toch in KIWI-land! Ook langs veel Kiwi-boomgaarden gekomen trouwens, heel toepasselijk allemaal. Het zou een 1 1/2 uur rijden zijn, nou we hebben er 2 1/2 uur over gedaan. Een schitterende weg, erg 'scenic' maar wat en bochten en haarspelden! Het was uiteindelijk maar 100 km, maar dat geeft wel aan dat je niet erg hard kan rijden, zeker niet als ze ook nog wegwerkzaamheden hebben. Teer met veel grind er over en of je maar even 30 km/hr wil rijde zodat je het grind in de teer drukt in plaats van dat het alle kanten opspringt. Ik ben blij dat ik vol verzekerd ben!
De Cathedral Cove bereik je dus ook nog pas nadat je een wandeling hebt gmaakt van 45 minuten. Wel een mooie wandeling trouwens, zeker ls er een soort patrijsvogel rustig je pad kruist en zich goed laar filmen. Eenmaal aan het strand, want daar is het, laat het zich wel aanzien waar de naam vandaan komt. De rotswand strekt zich ut in de zee, waar als een katedraal qua vorm zich een doorgang heeft gevormd. Hier doorheen kan je naar het volgende strandje. Daar hebben we lekker de middag door gebracht. Zeer aangenaam kan ik je vertellen. Ook Fred had het weer naar zijn zin. Hoefde eens een keer niet achter in de auto te blijven zij hij.
Eem 10 km terug was er de Hot Water Beach een ander KIWI-ding. Hier moet je zijn als het laag water is, en dat was om 17:00 hr. Wij dus op tijd weer terug gewandeld en daar naar toe gereden. Nu het was/is de moeite waard om dit mee te maken. Redelijk ondr de oppervlakte is er een hete rots die het zeewater verwarmd wat dus met laagwater naar boven toe gedrukt wordt. Je moet wel een schep bij je hebben, maar die kn je naatuurlijk ook huren. Het mag dan wel een KIWI-ding zijn, maar business as usefull. Op sommige plaaatsen komt zelfs zo heet water naar boven dat je je voeten kan verbranden -ik heb ook even in de koud zee moeten staan- maar over het algemeen is het gewoon lekker warm. Je graaft dus een kuil zoals in Scheveningen, en gaat dan in je eigen warme Hot-Tub zitten. Het werd dan ook best druk op dat kleine stukje strand! Na een uurtje hadden we het wel gezien en zijn weer naar de tent gereden.
Waardoor het komt weet ik niet -overmoedig, gewenning- maar nu wel na 1 1/5 uur waren nu wel na 1 1/5 uur terug. De volgende morgen hebben we alles netjes in de tassen gedaan, want we gaan nu de auto inleveren en onze fietsen ophalen.
In Auckland bleken we dus 1707 km te hebben afgelegd met de auto. Viel me nog mee moet ik zeggen, hoewel ik geen idee had wat het zou zijn. Met de taxi naar het reisbureau annex duikshop waar de fietsen zijn en waar de fietsdozen mogen blijven staan. De fietsen hebben we voor het reisbureau opgebouwd. Ingrid had honger gekregen en heeft het campingstoeltje neergezet en heeft brood klaar gemaakt. Dit moest natuurlijk op de foto gezet worden door de mensen van de shop, wat ze al niet over hebben voor hun klanten (of, wat een gekke lui die Nederlanders maar het eerste klinkt voor mij beter). We hebben tovh nog wat overbodige bagage uit onze tassen gehaald en dit in de fietsdozen gestopt. Dat hoeven we in ieder geval niet 11 weken mee te slepen. Mijn onderwaterhuis ging me wel aan het hart, want we gaan nog wel duiken.
We zitten nu in een hostell werkelijk boven aan de berg. We zijn nu een dag in Auckland. Morgen, zondag 7 dec, gaan we al om 7:25 met de trein naar Wellington vandaar dus het Hostell, vanaf de camping zouden we dat niet redden, maar nu is het letterlijk bergafwaarts morgen. Hoe het verder gaat met de trein, boot en daarna de fiets leed je de volgende keer weer.